Telefoneren: sleutelzinnen in het Nederlands

Met gebarentaal kom je vaak al een heel eind. Maar niet aan de telefoon. Deze sleutelzinnen helpen je om je Nederlandstalige contactpersoon professioneel te woord te staan.

Een telefoongesprek beginnen

  • ElaN Languages, met Daphne, goeiemorgen.
  • Kan ik met mevrouw Janssens spreken a.u.b.?
  • Daar spreekt u mee.

Een telefoongesprek doorverbinden

  • Kunt u me met mevrouw Janssens / de verkoopsafdeling doorverbinden a.u.b.?
  • Ik zou graag met mevrouw Janssens spreken.
  • Wie mag ik aanmelden?

Een boodschap achterlaten

  • Mijn collega is er momenteel niet.
  • Hij is met vakantie / in vergadering / afwezig / niet op kantoor / in gesprek.
  • Kan ik een boodschap achterlaten voor meneer Peeters?
  • In orde, ik zal de boodschap doorgeven.

Een afspraak maken

  • Hebt u vrijdag tijd om 10 u.?
  • Vrijdag om 10 u., kan dat voor u?
  • Kunnen we de vergadering verplaatsen naar de week van 4 maart?

Inlichtingen vragen

  • Waarmee kan ik u helpen?
  • Wat is uw naam alstublieft?
  • Welke afdeling is hiervoor verantwoordelijk?
  • Wanneer werden de goederen verstuurd?

Verontschuldigingen aanbieden

  • Excuseer ons voor de vertraging / vergissing.
  • Onze verontschuldigingen voor …
  • Sorry, ik heb me van nummer vergist.
  • Het spijt me!

In geval van problemen

  • De verbinding is heel slecht.
  • Kunt u wat luider spreken alstublieft?
  • Kunt u de laatste zin herhalen alstublieft?
  • We konden u door een technische storing niet bereiken.

PRACTISINGTIP3

 

 

Taalweetje

In het Nederlands zijn best veel woorden die je achterstevoren hetzelfde leest zoals lepel, meetsysteem en redder. Deze woorden noemen we een palindroom.